Persoonlijke effectiviteit & zelfcontrole
Er is één eigenschap die belangrijker voor persoonlijk succes is dan connecties, achtergrond of zelfs intelligentie. Ons vermogen tot zelfcontrole. Al sinds de eerste Stanford Marshmallowexperimenten van Walter Mischel laat onderzoek keer op keer zien dat zelfcontrole een bepalende invloed heeft op de meest belangrijke factoren van persoonlijk geluk én leiderschap. Een greep uit de uitkomsten: studenten met veel zelfcontrole weten zich psychisch beter aan te passen, hebben betere relaties en presteren beter op verschillende taken. Een hoge mate van zelfcontrole is gerelateerd aan lager alcohol- en drugsgebruik, lagere criminaliteit, meer gezondheidsbevorderend gedrag en dientengevolge ook een betere gezondheid. Bij consumenten is een hogere zelfcontrole gerelateerd aan verminderde impulsaankopen en verminderde kans op pathologisch eetgedrag. Daarnaast zijn mensen met een betere zelfcontrole beter in staat om persoonlijke doelen te halen, hebben ze een betere fysieke en psychische gezondheid en meer opgebouwd spaargeld.
Voor leidinggevenden zorgt een hogere mate van persoonlijke zelfcontrole voor hogere teamprestaties. Leidinggeven gaat immers niet om het bevredigen van je eigen emotionele behoeften, maar vraagt juist het opzij zetten daarvan ten faveure van de organisatie en het team!
Gaat het om werk- of studiegerelateerde uitkomsten is zelfcontrole zelfs tot twee keer zo belangrijk voor prestaties als intelligentie. En het mooie is, hoeveel zelfcontrole we bezitten is aan onszelf. Zelfcontrole is niet alleen goed trainbaar, er zijn ook veel technieken die het nét even iets makkelijker maken.
Zelfcontrole en wilskracht
Persoonlijk leiderschap
Jaartraject zelfdiscipline
Leiderschap
De toenemende complexiteit die onze huidige technologie voortbrengt, botst met onze beperkte vermogens. Het renaissance ideaal van een Homo Universalis, de mens die zich op vrijwel alle vlakken ontwikkeld heeft, is een illusie geworden. Er is simpelweg teveel om te weten, om te kunnen. En met iedere dag wordt die afstand groter, draait de wereld weer iets sneller, hebben we weer iets meer kennis vergaard, maar glipt er ook weer iets meer controle weg tussen de vingers van het individu. Ook leiders, of ze nu directeur of premier zijn, ontkomen niet aan die toegenomen complexiteit. We kunnen niet meer vertrouwen op één machtige leider die de waarheid in pacht heeft; één enkel brein is simpelweg te klein en te langzaam.
De complexiteit en snelheid waar onze moderne samenleving nu mee te maken heeft is niet nieuw. Niet voor álle organisaties althans. Want één type organisatie heeft al langer met een hoge mate van snelheid, complexiteit en onzekerheid te maken. De krijgsmacht.
Hoe coördineer je het gevecht van duizenden individuele soldaten tegenover een andere groep van duizenden individuele soldaten? Hoe zorg je ervoor dat niet iedereen zijn eigen plan trekt; de een vlucht, de ander vecht en weer een ander besluit om een hinderlaag te leggen? Hoe zorg je ervoor dat je de juiste inschatting van de situatie maakt, als de vijand maar niet stil wil blijven staan? Hoe zorg je ervoor dat militairen daadkracht en initiatief vertonen, van het plan afwijken waar nodig, maar je tegelijkertijd niet verzandt in chaos? Kortom, hoe organiseer je jezelf voor snelheid, complexiteit en onzekerheid?
Het was deze vraag waardoor in de 19e eeuw voor het eerst een leidinggevende stijl ontstond die een hoge mate van structuur en richting wist te combineren met een sterk individueel initiatief, waarmee een unieke vorm van snelheid en dynamiek bereikt werd. Aangevuld met wetenschappelijke inzichten en historische voorbeelden vormt deze stijl tot de dag van vandaag nog steeds de basis van effectief leiderschap en bekende organisatieprincipes zoals agile werken, empowerment en het belang van een krachtige visie.