
Valt het niet op dat mensen zich in relatief homogene groepjes bewegen? In een groep sportieve, gespierde mannen valt zelden een kalende man met vaderbuikje te bekennen. De huismoedergroepjes haal je er ook zo uit en je zult zelden iemand met een Kentucky Fried Chicken shirt in een groep alternatief geklede veganisten tegenkomen.
En dat is niet voor niks, want van die sociale omgeving hangt nogal wat af, zowel in positieve als in negatieve zin. Een drugsverslaafde die bijvoorbeeld blijft omgaan met andere drugsgebruikers, heeft meer dan vier keer zoveel kans om zelf ook drugs te blijven gebruiken. Studenten die onbewust worden blootgesteld aan het fronsende gezicht van hun afdelingshoofd, beoordelen hun eigen onderzoeksideeën negatiever en als je wil dat mensen beter presteren op een toets, helpt het als je hun de naam laat zien van iemand die hen graag ziet slagen.
- Edwin Zasada
- 8 september 2022
- 2 - 4 minuten leestijd
Racisme beweegt in golven
Ons sociale systeem is minimaal zo complex, zo niet complexer, als de rest van onze omgeving. Er vindt een voortdurende uitwisseling van ideeën, informatie en feedback plaats, die ons meer beïnvloedt dan dat we misschien wel denken. Dat gaat verder dan mode of technologie, maar raakt onze diepste overtuigingen. Soms gebeurt dat in een rechte lijn, maar soms gaan ideeën ook weer ten onder. Racisme lijkt zich bijvoorbeeld in golven te bewegen. Mede dankzij de verdubbeling van het aantal asielzoekers en nareizigers ten opzichte van het jaar ervoor, was 2015 een ‘topjaar’ in het aantal racismegerelateerde meldingen, terwijl er sinds de stijging van de jaren negentig eerder juist sprake was van een daling.
Surveillance en (zelf)censuur
Er is geen drijvende kracht richting een meer verlichte samenleving, of een onzichtbare hand die ons leven met iedere generatie weer een beetje beter, moreler of veiliger maakt. Het is een bijzonder ecosysteem, waarin iedere aanpassing gevolgen heeft voor de rest. Simpelweg het idee dat iemand ons kan zien, heeft bijvoorbeeld al een invloed op de manier waarop we ons gedragen. Het inhuren van een dure beveiliger om diefstal tegen te gaan, is dan ook niet altijd nodig; het ophangen van een poster met daarop een paar oogjes is vaak al afdoende. Maar wat gebeurt er als er op steeds meer plekken oogjes opgehangen worden? Als overheidsdiensten steeds meer bevoegdheden krijgen, als surveillance en (zelf)censuur toenemen? Gaan we ons dan ook steeds beter gedragen, of betalen we dan met angst en onvrijheid voor nieuwe ideologieën en de toegenomen kosten van het mensenleven? Dat is de vraag die deze eeuw zal definiëren.
Emotiegedreven wetgeving
In 2016 meldde tijdschrift HP/De Tijd nog tevreden dat er meer democratieën waren dan ooit tevoren. Maar schijn bedriegt. Onder de oppervlakte was al een verschuiving zichtbaar. Wereldwijde politieke rechten én mensenrechten waren al sinds 2005 aan een terugtocht begonnen. Het duurde dan ook niet lang voordat het optimisme van HP/De Tijd verder onderuit geschoffeld werd. In 2021 meldde The Economist het vervolg van een treurige trend; slechts 8,4 procent van de wereldbevolking leefde nog onder een volledige democratie.
Meer en meer grijpen overheden naar eenvoudige oplossingen voor complexe problemen: verbieden, censureren, belasten, bespieden en controleren. De bevoegdheden van de Nationaal Coördinator Terrorisme en Veiligheid (NCTV) uitbreiden bijvoorbeeld, terwijl diezelfde organisatie zich jarenlang niet aan haar huidige bevoegdheden heeft gehouden.
Strikt handhaven op uitkeringsregels, waardoor zelfs mensen die af en toe een tas boodschappen van hun moeder ontvangen een boete van duizenden euro’s krijgen, maar tegelijkertijd zelf Wob-wetgeving, ja zelfs gerechtelijke uitspraken, negeren.
De schuld voor de toeslagenaffaire volledig bij rechters en de Belastingdienst neerleggen, terwijl de oorzaak toch écht emotiegedreven wetgeving is. Een kritisch kabinetslid ontslaan, omdat ze zich moreel gezien geroepen voelt om zich uit te spreken tegen wetenschappelijk gezien nutteloze vrijheidsbeperkende maatregelen.
Politici in slachtofferrol
Politici nemen daarnaast in toenemende mate een slachtofferrol aan, zoals degenen die moord en brand riepen, omdat ze zelf de moed niet hadden om naar een boerenprotest te gaan of degenen die het onacceptabel vinden dat er niet meer geluisterd wordt naar wetenschappers, terwijl twijfel juist de kern van wetenschap is.
Waar zijn waarden als integriteit, als je wél weggestuurd wordt bij Kamp Van Koningsbrugge als je één keer liegt, maar daar in de politiek keer op keer mee wegkomt? Waar zijn waarden als vrijheid en zelfbeschikking, als de politiek het normaal vindt om in te grijpen in je persoonlijke levensstijl omdat je volgens hen niet gezond genoeg leeft? Waar zijn waarden als democratie en representatie, als bij voorbaat partijen uitgesloten worden en de ideologie van een luid schreeuwende minderheid een steeds restrictiever beleid bepaalt?
Waar is de proportionaliteit, als er tientallen miljarden worden uitgetrokken om stikstofnormen sneller te halen, terwijl er nauwelijks aandacht is voor een snelgroeiende groep Nederlanders die in armoede leeft? Waar is subsidiariteit, als datzelfde beleid ervoor zorgt dat duizenden boerengezinnen mentaal gebroken, kapot, zijn én voorstellen om hetzelfde stikstofresultaat tegen miljarden minder te realiseren genegeerd worden?
Waar is de doeltreffendheid als een minister voor Klimaat en Energie vervuilende kolencentrales aanzet, maar het bouwen van milieuvriendelijke en toekomstgerichte kerncentrales vertraagd? Als partijen midden in een energiecrisis, waarin gas als oorlogsmiddel gebruikt wordt, roepen dat er geen extra LNG geïmporteerd moet worden (‘dan maar geen komkommers in de winter’)?
Voordat er met iedere nieuwe wet nieuwe oogjes opgehangen worden, verdere beperkingen ingevoerd worden, en nieuwe offers van de bevolking gevraagd worden, moeten we onszelf niet eerst afvragen of we dat wel willen?
Vriendjespolitiek en verkeerde adviseurs
De Romeinse keizer Marcus Aurelius, naast staatshoofd ook een begenadigd filosoof en niet te beroerd om met zijn voeten in de modder te staan, staat bekend als de laatste van de vijf goede keizers. Hij werd gevolgd door Commodus, zijn zoon. Een tijd van vriendjespolitiek, verkeerde adviseurs, slechte besluiten, onderdrukking en protesten brak aan. Er volgde hongersnood en Rome stond op de rand van een burgeroorlog.
Commodus zelf hield zich intussen in toenemende mate bezig met zijn eigen hobby’s in plaats van het volk te dienen. Alles wat niet in lijn met zijn visie lag, werd hardhandig de kop in gedrukt. De bloeiperiode van het Romeinse rijk was voorbij, maar haar sterfbed duurde nog eeuwen.
Net als het Romeinse rijk, sterft de democratie niet met één klap. Ze dooft uit, als de waarden waarop ze gebouwd is vergeten worden.
Bron: Socialevraagstukken.nl