8 vragen ‘Over Wilskracht’

Over wilskracht, het majestueuze boek dat Edwin Zasada schreef over zijn studie naar zelfdiscipline, heeft alles in zich om een standaardwerk te worden, ook internationaal. Zasada, oud-beroepsmilitair, Mensa-lid en HR-manager bij supermarktketen Jan Linders deed jarenlang minutieus onderzoek. ‘Dit boek is wat ik miste toen ik mij in het onderwerp begon te verdiepen’, zegt hij.

“Over Wilskracht” is een ambitieus boek. Je hebt het fenomeen wilskracht uitputtend beschreven, met behulp van honderden wetenschappelijke boeken en artikelen. Maar in het begin neem je jezelf onder de loep, als de man die zijn auto laat warmdraaien en op die manier zijn bevroren ruiten niet hoeft te krabben. Is dat het startpunt geweest voor dit onderzoek?

 

Deels zeker. In de tijd dat ik officier bij Defensie was, werd ik vaker gedwongen uit mijn comfortzone te treden en was mijn wereld een stuk ruimer. Na mijn overstap naar het bedrijfsleven was dat in het begin nog steeds zo: ik was nieuwe dingen aan het ontdekken en aan het leren. Na een tijdje werd ik minder uitgedaagd, voelde ik minder prikkels. En toen werd ik ook gemakzuchtiger. Je hoeft de ruiten van je auto niet per se zelf te krabben, je kunt je auto warm laten draaien en je ruit laten ontdooien. Daar kom je mee weg. Op een gegeven moment besloot ik dat het genoeg was geweest. Ik wilde mij in wilskracht gaan verdiepen om het terug te vinden. Deze keer niet door putten te graven en van bruggen af te springen, dat had ik bij Defensie wel gezien, maar ik wilde wel mijn zelfdiscipline terugvinden.

Was je je zelfdiscipline echt kwijtgeraakt?

Niet in extreme mate, maar de voorbeelden kloppen wel. Liever de ruitenwissers een keer extra vervangen dan in de kou mijn ruiten gaan krabben. Het probleem is: als je niet oppast, komt die gemakzucht ook op andere punten terug. Dan kies je steeds vaker de makkelijke weg en wordt het leven een beetje mat. De pieken en dalen worden gladgestreken. Ik luister regelmatig naar de podcast Scherpschutters. Een van de presentatoren zei: in het woord ‘gemak’ zit ook het woord ‘mak’. Eigenlijk is dat de kern. (Lachend🙂 Ik had die zevenhonderd pagina’s gewoon kunnen schrappen.

Wanneer wist je dat dit een alomvattend, groot opgezet boek moest worden? Je kunt ook kiezen voor een boek van 250 bladzijden.

Dit boek is wat ik miste, toen ik mij in het onderwerp begon te verdiepen. Je hebt boeken over pure wilskracht, over doorzetten, over uitstelgedrag, over doelen halen, over doelen stellen, over goede voornemens. Maar er bestaat geen enkel werk dat al die aspecten bij elkaar brengt. Het zijn allemaal losse onderdelen, er zit geen systeem in. Maar als je het achterliggende systeem niet begrijpt, kun je ook niet gebruik maken van de elementen wanneer je ze nodig hebt. Om er een goed boek van te maken, had ik soms de oude filosofen nodig, soms – om het verhaal kleur te geven – verhalen uit de geschiedenis en natuurlijk vaak wetenschappelijk onderzoek.

Je beschrijft het systeem waar de wilskracht deel van uitmaakt als een controleketen. Wat moeten we daar onder verstaan?

De controleketen is een soort kapstok, om het geheel – het systeem – beter inzichtelijk te maken. Het is geen allesomvattend model, anders had ik niet zoveel pagina’s nodig gehad, maar het maakt het gemakkelijker om duidelijk te maken waar in de keten de meeste energie benodigd is om zelfcontrole uit te oefenen. Dat is namelijk het belangrijkste probleem, ons energieniveau. Zelfcontrole en wilskracht draaien om energiemanagement. Als je uitgeput bent, geef je eerder toe aan impulsen, zoals verleidingen of ongewilde emoties. Het idee van de controleketen is ook te laten zien dat hoe eerder je in die keten ingrijpt, bijvoorbeeld door de verleiding uit de weg te gaan als je wil afvallen of stoppen met roken, je veel minder energie nodig hebt om je doel te realiseren.

Zelfcontrole is dus echt iets anders dan wilskracht.

Als je wil afvallen, kun je beter niet langs de Burger King rijden op weg naar je werk. Dat is zelfcontrole. Wilskracht is voor mij de wrijving die je voelt als je tóch voor de Burger King staat en je besluit niet naar binnen te gaan. Op zo’n moment gebruik je cognitieve energie om tegen je emoties of verlangens in te gaan. Je moet op dat moment vaak tegen je emoties of verlangens strijden, in plaats van dat je ze gebruikt. Zelfcontrole is voor mij het overkoepelende begrip en bevat dus ook techniek. Tijdens mijn onderzoek kwam ik bijvoorbeeld een heel fascinerend artikel tegen dat liet zien dat het energieniveau van rechters in Israël dusdanig veel impact had op de beslissingen die zij namen, dat het letterlijk andere levens beïnvloedt. Vlak na een pauze kenden ze 65 procent van de verzoeken tot voorwaardelijke invrijheidstellingen toe, vlak vóór een pauze was dat tot bijna nul gedaald. Als deze rechters daar rekening mee zouden houden, bijvoorbeeld door extra pauzes in te lassen, zou ik dat zien als zelfcontrole. Dat kost minder energie dan wilskracht.

Wat is wilskracht eigenlijk? Een karaktereigenschap? Is wilskracht trainbaar?

Ik zeg een capaciteit of een eigenschap. Zolang eigenschap maar niet wordt gedefinieerd als iets dat onveranderlijk is. Het is veranderlijk. Vaak kom je mensen tegen die denken dat zij iets niet kunnen, alsof er een harde grens is aan hun mogelijkheden. Dat vind ik zonde. Als je het echt wil, kun je het in veel gevallen ook. Wilskracht is niet iets waarvan je bij je geboorte 10cc krijgt en verder niks. Je kunt wilskracht trainen en ontwikkelen, je kunt ermee aan de slag gaan. En dat is ook leuk. Als je je wilskracht nooit aanspreekt, krimpt je wereld een beetje. Ik denk dat het goed is om zo nu en dan wrijving op te zoeken. Maar wel gedoseerd, want het draait ook om energiemanagement.

Je relativeert wilskracht en zelfcontrole ook. Je beschouwt het leven niet als een voortdurende strijd tegen emoties, verlangens en impulsen.

Uiteindelijk draait het om het behalen van doelen die voor jou waardevol zijn. Het kan zijn dat je bepaalde emoties beter onder controle wil krijgen omdat je er last van hebt, of omdat je iets anders wilt bereiken. Maar het is niet zo – wat vaak wel wordt geschreven – dat emoties de vijand zijn. Integendeel zelfs. De meeste emoties zijn heel praktisch: ze zorgen ervoor dat een doel een bepaalde waarde heeft. Zonder emoties of gevoelens heeft niets waarde, is alles waardeloos. Het gaat er alleen om dat ze soms niet goed passen bij wat je wil bereiken. Je kunt emoties of gevoelens vaak juist heel goed gebruiken, of zelfs aanpassen, waardoor zij jou helpen een doel te bereiken in plaats van dat ze in de weg staan.

Dit is een onderwerp dat ook aan de orde zou kunnen komen in een doorsnee zelfhulpboek. Heb je er wel eens over nagedacht hoe de gemiddelde lezer van dat soort boeken hier tegenaan zou kijken? Op wie richt je je met dit boek?

Er zijn natuurlijk mensen die het belangrijker vinden hoe een auto eruitziet, welke kleur hij heeft en hoe hard hij gaat. Prima, dat is een keuze. Maar dit boek is voor mensen die graag onder de motorkap kijken, die graag de diepte ingaan en willen weten hoe de motor werkt. Mijn uitgever heeft al wel gevraagd of ik een dunnere versie wil maken. De kleine wilskracht, als het ware. Wellicht dat dat er nog gaat komen.

Bron: Managementboek.nl

Boek bij dit artikel